Stroeve Lemberger – Weekly Update Nr 32
In deze Weekly Update worden de volgende onderwerpen besproken:
- De Europese aandelenmarkten zijn deze handelsweek aarzelend begonnen en staan voor het merendeel enkele tienden van procenten in de min.
- Na de banencijfers van de afgelopen week zal deze week het Amerikaanse inflatierapport in het middelpunt van de belangstelling staan, terwijl beleggers uit zullen kijken naar de verwachtingen van consumenten middels de onderzoeksresultaten van de Universiteit van Michigan.
- In Europa zal de focus liggen op BBP-cijfers in het VK, de industriële productie in Duitsland en de Consumer Expectations Survey van de ECB.
- Ook in China zullen beleggers de inflatiecijfers strak in het oog houden, met een kans op deflatie.
- Deze week komt ook een vervolg op het lopende rapportageseizoen van kwartaalresultaten met o.m. cijfers van Walt Disney en verzekeraar Allianz.
Markten
De AEX-index verloor in vijf handelsdagen 2,7%, het grootste weekverlies sinds maart dit jaar. Zij volgde daarmee de ontwikkeling van meerdere internationale beursindices. De maand daarvoor, juli, was best goed. Daarbij wordt door handelaren verwezen naar winstnemingen, maar er zijn meer redenen aan te wijzen als oorzaak van de koersdalingen.
Beleggers reageerden op de afwaardering die kredietbeoordelingsbureau Fitch gaf voor Amerikaanse staatsobligaties. De Treasuries hebben nu bij deze kredietbeoordelaar ook geen AAA-status meer, nadat rating-agent S&P al in 2011 tot dat oordeel was gekomen. Daarbovenop kwam het nieuws dat de Amerikaanse overheid komende week voor $103 miljard aan obligaties wil uitgeven, meer dan analisten hadden verwacht. In Japan kwam de centrale bank de afgelopen twee weken met verrassende mededelingen dat zij de rente op de kapitaalmarkt wat meer vrijlaten en dat dit per saldo tot een stijging van de Japanse rente op staatsobligaties zal gaan leiden. Japanse beleggers hebben massaal buiten hun land belegd, bijvoorbeeld in Amerikaanse staatsobligaties. Een terugkeer naar de thuismarkt en verlegging van de kapitaalstromen kan consequenties hebben voor de internationale obligatiemarkten. Dit alles leidde tot een aanmerkelijke stijging van het effectieve rendement voor tienjarige Amerikaanse staatsleningen, dat donderdag op 4,19% het hoogste niveau in negen maanden aantikte.
Economische groei en inflatie
De verwerker van salarisstrookjes ADP meldde vorige week woensdag dat er in juli in de VS meer banen bij waren gekomen dan verwacht. De Amerikaanse overheid rapporteerde zelf afgelopen vrijdag de maandrapportage van de arbeidsmarktcijfers (de ‘non-farm payrolls’), die wees op groeivertraging en met 187.000 nieuwe banen achterbleef bij het verwachtte cijfer van 200.000. De Amerikaanse bank wil de economische groei in de VS afremmen om de inflatie te beteugelen. Dit cijfer zou dus gunstig zijn ontvangen, ware het niet dat de gemiddelde uurlonen jaar-op-jaar toch met 4,4% waren gestegen, een cijfer dat de raming van 4,2% overtrof.
Daarom kijken beleggers deze week met spanning uit naar de inflatiecijfers die deze week worden gepubliceerd. Bankeconomen verwachten dat de dalende trend van de inflatie per saldo wel zal doorzetten de komende maanden, maar zij voorzien een wat hoger consumentenprijsindexcijfer voor juli dan de voorafgaande maand, namelijk van 3,3% tegen 3,0%, met name omdat de afgelopen maand de olieprijs toch weer is opgelopen en omdat de kerninflatie, exclusief de volatiele componenten van voedingsmiddelen en energiekosten, naar verwachting nog op 4,8% blijft steken.
In Europa zagen we vorig week dat in de Eurozone de kerninflatie nog steeds aan de hoge kant blijft, nl. 5,5%, en daarmee lag het voorlopige julicijfer nog op hetzelfde niveau als het junicijfer.
Gerapporteerde bedrijfsresultaten nader belicht
De afgelopen twee weken zagen we veel kwartaal- en halfjaarcijfers, met name van Amerikaanse ondernemingen. Van de 422 bedrijven in de S&P 500 die tot nu toe inkomsten hebben gerapporteerd voor 23Q2, heeft 79,1% inkomsten gerapporteerd die de taxaties van analisten overtroffen. Dit in vergelijking met een langetermijngemiddelde van 66,4% en het gemiddelde over vier kwartalen van 73,4%. De winst over het tweede kwartaal van 2023 zal op jaarbasis naar verwachting -4,2% bedragen, dus krimpen, maar exclusief de energiesector is de jaar-op-jaar winstraming momenteel toch zo’n 2,0%.
De omzetgroei voor het tweede kwartaal van dit jaar zal naar verwachting 0,2% bedragen. Exclusief de energiesector is de groeiraming echter ook duidelijk hoger, nl. 4,0%. 63,5% van de bedrijven rapporteerde over het tweede kwartaal een omzet boven de verwachtingen van analisten. Dit in vergelijking met een lange termijn gemiddelde van 62,2% en een gemiddelde over de afgelopen vier kwartalen van 70,5%.
Voor het derde kwartaal zijn ondernemingen per saldo wel voorzichtig en zien we meer negatieve aankondigingen, winstwaarschuwingen, dan (meer) positieve vooraankondigingen door het management. Voor de S&P 500 wordt momenteel voor het derde kwartaal een winstgroei van 0,9% verwacht voor de gemiddelde groei van de winst per aandeel, maar het momentum zal volgens de huidige prognoses in het vierde kwartaal toenemen tot 9,2%.
Ook in Europa zien we dat de bedrijfsresultaten beter zijn dan verwacht en daar worden ook voor de rest van het jaar de winst- en omzettaxaties per saldo opwaarts bijgesteld. Wel wordt daar voor het derde en vierde kwartaal momenteel door analisten nog een verdere daling van de gemiddelde winst per aandeel voor de Europese Stoxx 600 ondernemingen voorzien van respectievelijk 9,2% en 4,5%.
De afgelopen week gepubliceerde kwartaalresultaten van Amazon waren duidelijk beter dan verwacht en die cijfers werden door beleggers positief ontvangen. De cijfers van de onderneming met ’s werelds hoogste beurswaarde, Apple, waren per saldo, door de ontwikkeling van de Services-divisie, ook beter dan verwacht, maar daarbij lieten de verkopen van iPhones, Macs en iPads voor het derde achtereenvolgende kwartaal een daling zien. Ondanks verbetering van de verkopen van iPhones in Azië, met name in China, reageerden beleggers teleurgesteld.
Sentiment
RSI: de Relative Strength Index geeft weer wat het prijsmomentum is voor aandelen. Een hoge RSI (>70) duidt erop dat aandelen ‘overbought’ zijn. Een lage RSI (<30) duidt erop dat aandelen ‘oversold’ zijn. Voor de belangrijke Amerikaanse index, de S&P 500, geldt dat de RSI zich afgelopen week bewoog naar een niveau beneden de 50, nl. 47,9. Voor de meeste Europese aandelenindices geldt dat de RSI’s de afgelopen week ook daalden, hetgeen dus op een afnemend momentum duidt. Beleggers nemen nu na een ‘greed’, risicogretige periode meer een afwachtende houding aan. De RSI van de MSCI World is momenteel 46,7 en daarmee zijn de markten duidelijk niet langer ‘overbought’.
VIX: de VIX index is een veel gebruikte maatstaf voor de verwachte volatiliteit van de Amerikaanse S&P 500 index. Deze graadmeter wordt gebruikt om het sentiment op de aandelenmarkten te duiden. De afgelopen week is de VIX vanaf zeer lage niveaus wat opgeveerd, mede vanwege de onrust op de obligatiemarkten en de sentimentsverslechtering als gevolg van de verlaging van de kredietstatus van de Amerikaanse Treasuries. Maar zolang de volatiliteit onder de 20 blijft is deze nog steeds laag. Een indexstand van onder de 20 duidt er op dat markten rekening houden met weinig beweeglijkheid in de aandelenkoersen in de komende periode.
Fear & greed index: deze index is opgebouwd uit meerdere kwantitatieve elementen. Momenteel noteert deze index op een niveau van 69, duidelijk lager dan een week geleden toen deze index nog op 78 stond. Daarmee bevindt de index zich in een gebied dat erop nog steeds op duidt dat beleggers momenteel ‘greedy’ oftwel risico-zoekend zijn.
Beleid
Wij hebben in de afgelopen week geen wijzigingen in ons tactische asset allocatie beleid doorgevoerd.