Stroeve Lemberger – Weekly Update 2023 Nr 18
In deze Weekly Update worden de volgende onderwerpen besproken:
- Sterke inkoopmanagerscijfers VS;
- Duitse IFO index valt iets tegen;
- Drukke week voor de boeg met veel macro-economische cijfers en bedrijfsresultaten;
- Sentiment op markten blijft positief.
Markten
Sterke inkoopmanagerscijfers VS
Qua macro-economisch nieuws sloten we afgelopen week de beursweek redelijk positief af met een sterk inkoopmanagersrapport in de VS. Voor zowel de Amerikaanse industrie als de dienstensector waren de inkoopmanagersindices voor de maand april beter dan verwacht. Voor de Amerikaanse S&P Global Manufacturing PMI werd een indexstand van 49 verwacht terwijl het werkelijke cijfer uitkwam op 50,4. Daarmee kwam dit cijfer boven de grens uit van 50. Deze grens geeft het verschil aan tussen groei en krimp van de Amerikaanse industriële sector.
Ook de S&P Global Services PMI was beter dan verwacht: de indexstand voor april kwam uit op 53,7 terwijl een stand van 51,5 werd verwacht. Dit geeft weer dat in april zowel de industrie als de dienstensector zich goed ontwikkelden. In Europa was het beeld wat gemengd. Ook hier werden cijfers over de inkoopmanagersindices gepubliceerd. Terwijl het cijfer voor de industrie tegenviel en uitkwam op een indexstand van 45,5 voor de maand april, was de index voor de dienstensector beter met een indexstand van 56,6. Dit was duidelijk beter dan de verwachting van 54,5.
Momenteel is de conjunctuur speelbal van ongebruikelijke tegengestelde krachten en economen trekken daaruit soms tegenovergestelde conclusies. Sommigen verwachten een recessie, anderen geloven in een ‘zachte landing’ terwijl weer anderen een ‘no-landing’ scenario voorzien. Degenen die een recessie verwachten, menen in meerderheid dat het een korte en milde zal zijn.
Just in case
Op basis van de meest recente cijfers van de inkoopmanagers kunnen we niet concluderen dat een recessie aanstaande is. Wel zijn de industriële cijfers minder goed dan die voor de dienstensector, maar in de industrie hebben we veel meer met het ‘voorraad’-effect te maken. In de bevoorrading zijn er de afgelopen jaren logistieke problemen geweest. Om maar te kunnen leveren zodra de economie weer open zou gaan, werden grote voorraden besteld. Het tekort aan onderdelen droeg er ook toe bij dat bedrijven de voorraad/omzet-ratio de afgelopen twee jaar op zagen lopen. Waar de laatste decennia steeds voor het adagium van ‘just-in-time’ gold, deed nu het adagium ‘just in case’ opgeld.
Deze voorraadopbouw en -afbouw leidt er toe dat economen momenteel een minder helder beeld van de stand van de conjunctuur kunnen verkrijgen. We zien wereldwijd wel dat de industriële productie wat vertraagt, maar momenteel is de waarschijnlijkheid van recessie minder goed voorspelbaar. De tragere industriële productie zal waarschijnlijk ook wel een effect zijn de hogere rente, die economische activiteit afremt. Maar vanwege de lage werkloosheid en de hoge inkomenszekerheid van gezinshuishoudingen blijven de detailhandelsbestedingen uitgaven aan diensten op peil. Ook daaruit concluderen we dat een recessie nog niet in beeld is.
Duitse IFO index valt iets tegen
Ook deze week worden veel bedrijfsresultaten en macro-economische cijfers gepubliceerd. We hebben daarmee een drukke week voor de boeg. Vanmorgen kwam de Duitse IFO index binnen op een stand van 93,6, iets lager dan verwacht. De deelindex voor de beoordeling van het huidige klimaat viel iets tegen, terwijl de index die iets zegt over beoordeling van de Duitse ondernemers van de verwachtingen weer hoger uitkwam dan verwacht.
Morgen zal in de VS het Amerikaanse huizenrapport uitkomen. Daarin kunnen we aflezen hoe de huizenprijzen zich in de VS ontwikkelen. We gaan nog steeds uit van een situatie waarin huizenprijzen onder druk liggen als gevolg van de gestegen rente. Op woensdag wordt het Duitse consumentenvertrouwen bekend gemaakt. Diezelfde dag worden in de VS de orders voor duurzame consumentengoederen voor de maand maart bekend gemaakt. Op donderdag wordt in de VS onder meer het BBP cijfer over het 1e kwartaal bekend gemaakt. Gerekend wordt op een groeicijfer van 2,0% (kwartaal-op-kwartaal).
Ook wordt die middag het voor de Fed belangrijke inflatiecijfer PCE bekend gemaakt. De verwachting is dat het gemiddelde prijspeil in het 1e kwartaal met slechts 0,5% is gestegen t.o.v. het 4e kwartaal. Als we kijken naar het kerninflatiecijfer, dan is de verwachting dat er sprake is van een inflatie van 4,7% kwartaal-op-kwartaal omdat hier het effect van de lagere energieprijzen uit is gehaald. Op vrijdag sluiten we de week af met onder andere het rentebesluit van de Bank of Japan (verwachting: geen aanpassing), Europese groei- en inflatiecijfers, Amerikaanse cijfers over personal income en personal spending, de Amerikaanse inkoopmanagersindex (Chicago PMI) en het Amerikaanse consumentenvertrouwen (Michigan).
Drukke week met veel macro-economische cijfers en bedrijfsresultaten
Ook qua bedrijfsnieuws zal er weer veel activiteit zijn. Het kwartaalcijferseizoen valt tot op heden niet tegen wat het sentiment onder aandelenbeleggers helpt. Ook afgelopen week wisten verschillende bedrijven weer te verrassen met sterke cijfers, hoewel er op de achtergrond zorgen zijn over afvlakkende economische groei. Deze week staan onder meer Coca Cola, Philips, de tech-giganten Microsoft, Alphabet en Meta op de agenda.
Maar ook Visa, PepsiCo, McDonalds, General Electric, Kering, Akzo Nobel, Danone, Eli Lilly, Merck, TotalEnergies, Unilever, Exxon Mobil en Chevron zullen hun resultaten presenteren. Een bijzonder drukke week dus. Wij blijven gematigd enthousiast over de vooruitzichten voor de aandelenmarkten en hanteren een licht overwogen advies voor aandelen in gebalanceerde portefeuilles.
Sentiment op markten blijft positief
Qua sentiment lijken aandelenbeleggers zich nog steeds vast te houden aan een scenario waarin de economische groei weliswaar afvlakt, maar waarbij de economie weet te ontsnappen aan een recessie, waarbij de impact op de bedrijfswinsten mee lijkt te vallen en waarbij de centrale banken de inflatie langzamerhand onder controle zullen krijgen. De sentimentsindicatoren duiden nog steeds op optimisme in de markten als we kijken naar de RSI-indicatoren, de lage volatiliteit en de relatief hoge stand van de fear & greed index (zie hieronder).
Sentiment
RSI: de Relative Strength Index geeft weer wat het prijsmomentum is voor aandelen. Een hoge RSI (>70) duidt erop dat aandelen ‘overbought’ zijn. Een lage RSI (<30) duidt erop dat aandelen ‘oversold’ zijn. Voor de belangrijke Amerikaanse indices geldt dat de RSI zich beweegt tussen de 55 en 65 punten, in lijn met een week geleden. Voor de verschillende Europese aandelenindices geldt dat de RSI’s zich tussen de 60 en 70 punten bewegen, iets hoger dan een week geleden.
VIX: de VIX index is een veel gebruikte maatstaf voor de verwachte volatiliteit van de Amerikaanse S&P 500 index. Deze graadmeter wordt gebruikt om het sentiment op de aandelenmarkten te duiden. Momenteel handelt de VIX index iets boven de 17 punten wat wederom iets lager is dan het niveau van een week geleden. Dit duidt er op dat markten momenteel rekening houden met weinig beweeglijkheid in de aandelenkoersen in de komende periode.
VIX: de VIX index is een veel gebruikte maatstaf voor de verwachte volatiliteit van de Amerikaanse S&P 500 index. Deze graadmeter wordt gebruikt om het sentiment op de aandelenmarkten te duiden. Momenteel handelt de VIX index iets boven de 17 punten wat wederom iets lager is dan het niveau van een week geleden. Dit duidt er op dat markten momenteel rekening houden met weinig beweeglijkheid in de aandelenkoersen in de komende periode.
Fear & greed index: deze index is opgebouwd uit meerdere kwantitatieve elementen. Momenteel noteert deze index op een niveau van 65, wat iets lager is dan het niveau van een week geleden. Daarmee bevindt deze index zich wederom in het gebied dat duidt op gretigheid bij beleggers.
Beleid
Wij hebben in de afgelopen week geen wijzigingen in ons beleid doorgevoerd. Met ons tactische beleid nemen wij posities in die passen bij onze 12-maands visie. Aandelen zijn per saldo nog steeds licht overwogen in de portefeuilles terwijl we obligaties een onderwogen positie hanteren.